Discontinuum
Wat mij tijdens het bezoek aan de grote Van Dycktentoonstelling van 1999 trof, was het grote aandeel portretten. Voorbijwandelend ontmoet je op die werken een spectrum van persoonlijkheden, karakters, temperamenten, dikwijls fijntjes verstopt in sociale codes of symbolen. Geen overvloeiing van sferen, maar telkens een onderbroken overstap van het ene kader naar het ander. Naar analogie is deze compositie eveneens een discontinue verkenning van een aantal klanksferen en digitaal geschapen temperamenten.
Deze compositie is puur synthetisch. Vertrekkende vanuit de basisgeluiden, de sinustoon en de witte ruis, een complexe klank opbouwen. De uitdaging bestond eruit met deze klanken te komen tot de meest diverse geluiden die volgens een argeloos oor niet dadelijk met een synthesizer in verband gebracht zouden worden. Misschien weer een parallel met Van Dyck, die veel belang hechtte aan het schilderen van texturen. Het parallel loopt echter niet verder. Van Dyck trachtte de werkelijkheid te imiteren. Ik niet.
Technisch
Ik heb de beschikking over een machine die geprogrammeerd kan worden tot gelijk welk denkbaar synthesizerprocedé. De daardoor geboden rijkdom aan gebruikte synthesetechnieken laat een exploratie toe doorheen een oneindige klankwereld. De concertversie van deze compositie bestaat uit 8 geluidssporen waardoor de ruimtelijkheid één van de klankparameters wordt.
Compositieopdracht van de Culturele Raad van de Stad Antwerpen.
Creatie: 15 januari 2000 in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen.
laatste update: 2021.06.06